Overgevoelig horen
Voor de meeste mensen is het voortdurend horen van lawaai een bron van ergernis. Dat is logisch. Sommigen hebben echter een bijzonder gevoelig gehoor en kunnen geen normale omgevingsgeluiden verdragen. Dit komt zowel voor bij mensen met als zonder gehoorverlies. Er zijn verschillende vormen van overgevoelig horen: hyperacusis, misofonie, fonofobie en recruitment. In de tekst die volgt, gaan we hier dieper op in.
De kennis gebaseerd op het Jastreboff-model en de technieken die worden gebruikt om iemand minder gevoelig te maken voor geluid (zogenaamde desensibilisatietechnieken) ontwikkeld in de jaren tachtig, laten een doeltreffende behandeling toe van overgevoelig horen in zijn verschillende vormen.
Wat zijn misofonie, hyperacusis en fonofobie?
Mensen met misofonie hebben een hekel aan een welbepaald geluid. Ze vrezen dat het geluid hun gehoor zal beschadigen. Het gaat over complexe geluiden die een ongemak veroorzaken omdat er een negatieve betekenis aan wordt gegeven. Aangename geluiden (muziek bijvoorbeeld) vormen geen probleem, ook al worden deze veel luider aangeboden dan de geluiden met een negatieve betekenis.
Misofonie kan leiden tot hyperacusis. Dit is het fenomeen dat je normale geluiden voortdurend als te luid ervaart. Het wordt veroorzaakt door een verandering in de verwerking van het geluid in de hersenen. Het gehoororgaan is echter vaak volledig intact. Toch zijn veel mensen met hyperacusis ervan overtuigd dat hun gehoor onherstelbaar beschadigd is. Ervaring leert ons dat bijna alle hyperacusisklachten kunnen worden verholpen met gedrags- en geluidstherapie. Er is dus geen onherstelbare schade aan het oor.
Bij mensen met een heel sterke afkeer voor normale omgevingsgeluiden spreken we van fonofobie. Normale omgevingsgeluiden zijn geluiden afkomstig van het verkeer, huishoudtoestellen, dichtslaande deuren, gepraat, enz. Dergelijke geluiden brengen in geen geval schade toe aan het oor. Een goed voorbeeld van misofonie is te vinden bij ouders van adolescenten die luisteren naar ‘moderne muziek’. Velen huiveren voor die muziek, ook als ze maar in de verte te horen is. Er zijn er zelfs met een afkeer voor de muziek die ontsnapt uit koptelefoons van draagbare CD-spelers. Andere voorbeelden van fonofobie zijn sommige geluiden die van nature onaangenaam klinken, zoals het schril geluid van krijt op een schoolbord. Nochtans is het aantal decibels geproduceerd door dit geluid zeer klein. Dat laatste noemen we culturele of soortspecifieke fonofobie.
In de praktijk valt op dat hyperacusis en fonofobie veelal samen voorkomen (in verschillende verhoudingen) bij mensen met een overgevoeligheid voor omgevingsgeluiden. Vooraleer over te gaan tot behandeling is het van groot belang uit te maken welke vormen van geluidsgevoeligheid aanwezig zijn en welke vorm overheerst.
Wat is recruitment?
Een normaal oor kan heel stille geluiden waarnemen (tussen 0 en 20 decibel), maar ook heel sterke geluiden verdragen (tot 115 decibel). Sommige mensen met gehoorverlies hebben problemen om zachte geluiden waar te nemen en zijn tegelijk overgevoelig voor harde geluiden. Dit verschijnsel noemen we recruitment. Een oor met recruitment is dus niet in staat om hoogfrequente geluiden onder de 20 decibel te horen en tegelijk geluiden van meer dan 80 decibel te verdragen. Vaak worden die geluiden vervormd waargenomen. Bij recruitment leidt een kleine verandering in de geluidssterkte tot een veel grotere verandering in het binnenoor. Als een geluid harder wordt, ervaren mensen met recruitment een grotere luidheidstoename. De oorzaak hiervan ligt in het binnenoor. Er worden te veel haarcellen tegelijk geactiveerd, waardoor het geluid veel harder wordt ervaren dan het in werkelijkheid is.
Recruitment komt minder voor dan hyperacusis. De meeste mensen die kampen met gehoorverlies en overgevoelig horen hebben eerder hyperacusis dan recruitment. Soms komen hyperacusis en recruitment samen voor. Ook bij recruitment kan de centrale verwerking worden hertraind en de beoordeling van de luidheid gewijzigd. Bij een normaal of bijna normaal gehoor is de overgevoeligheid altijd te wijten aan hyperacusis (of aan misofonie), NOOIT aan recruitment.
Het inzicht dat overgevoelig horen niet altijd te wijten is aan een beschadiging van het binnenoor, kan een fundamentele verandering teweegbrengen in het traditionele denken van veel professionelen.
Hyperacusis: wat gebeurt er in de hersenen?
De hersenen spelen een belangrijke rol in het waarnemen van geluid. Geluiden worden in het binnenoor omgezet in elektrische signalen die via de gehoorzenuw naar de hersenschors worden gestuurd. De gehoorzenuw bevat het individuele, elektrische patroon van ieder complex geluid dat we horen. Na een fractie van een seconde bereiken de patronen de hersenschors en horen we geluiden bewust. We horen dus niets vooraleer het geluid de hersenschors heeft bereikt (afbeelding 1). In de hersenen ondergaan de elektrische signalen heel wat complexe bewerkingen, waardoor we ze bewust als geluid kunnen horen.
De geluidssignalen worden verwerkt in het centraal gehoorsysteem, gelegen in de hersenen. Dit systeem maakt eerst en vooral een onderscheid tussen belangrijke geluiden en onbelangrijk achtergrondlawaai. Het wordt hierbij geholpen door het limbisch systeem, dat instaat voor het gevoelsmatige en het leren van iets. Ieder geluid wordt in verband gebracht met een bepaalde betekenis die we hebben geleerd door een voorafgaande ervaring. Het auditief geheugen is aanvankelijk (bij de geboorte) nog vrij leeg, maar raakt - door het leren van de betekenis van geluiden - hoe langer hoe meer gevuld. Zodra we de betekenis van een geluid hebben geleerd, wordt er een gevoelslabel opgeplakt. Een geluid kan bijvoorbeeld het label ‘aangenaam’ (muziek) of ‘bedreigend’ (brandalarm) krijgen. Afhankelijk van het gevoelslabel en de betekenis die een welbepaald geluid krijgt, wordt het versterkt of onderdrukt. In normale omstandigheden worden sterke geluiden harder waargenomen dan stille. Zachte geluiden die belangrijk zijn, worden luider waargenomen omdat ze sterk zijn in hun betekenis. Denk maar aan het voorbeeld van de slapende moeder en haar baby. Sommige geluiden worden luid, indringend en onaangenaam door hun betekenis of datgene waarmee ze in verband worden gebracht. Denken we maar aan het schrille geluid van krijt op een schoolbord of het felle geluid van een blaffende hond. Het geluid vormt direct een bedreiging: “Zijn mijn oren niet beschadigd? Zal ik wel in slaap geraken? Zal ik mij nog kunnen concentreren? Zal het geluid de levenskwaliteit verminderen, doordat er geen volledige stilte meer is?”
Vaak start een overgevoeligheid voor geluiden met een onlogische angst. Mensen die overgevoelig zijn voor geluiden, gaan ervan uit dat hun leven zal worden verwoest door omgevingslawaai, bijvoorbeeld afkomstig van een nabijgelegen fabriek. De aanvankelijk zachte geluiden worden in verband gebracht met een gevoel van angst. Ze krijgen een negatief gevoelslabel, een negatieve betekenis. Bijgevolg worden de zachte geluiden versterkt, waardoor ze harder, indringend en onaangenaam worden en constant de aandacht trekken.
Het limbisch systeem en de emotionele reacties
Veranderingen in de emotionele toestand (bijvoorbeeld angst of een wisselende gemoedsstemming) maken het lichaam waakzamer. Zo zijn we in staat om mogelijke bedreigingen te ontdekken in onze omgeving. Het is een normale lichamelijke reactie. Emotionele veranderingen kunnen ook de sterkte van en irritatie voor geluiden waarvoor we al overgevoelig zijn, verhogen. Sommige mensen ontwikkelen zelfs een algemene overgevoeligheid voor prikkels, om het even wat hun oorsprong is (gezicht, gehoor, reuk, smaak of gevoel).
Het limbisch systeem en het autonoom zenuwstelsel zijn altijd betrokken bij het proces van toegenomen geluidsgevoeligheid. Bij iemand met fonofobie is het niet moeilijk te begrijpen dat men angst, woede of irritatie ervaart wanneer men het geluid hoort.
Als er hyperacusis optreedt, wordt het lichaam waakzamer. Het centraal gehoorsysteem versterkt het geluid meer dan normaal en beschouwt het dus als belangrijk. Daardoor richt je de aandacht op dat geluid, wat een invloed heeft op de concentratie. Het herhaaldelijk optreden van geluid dat irritatie, woede of angst meebrengt, veroorzaakt een onderbewuste reflex. Die reflex prikkelt automatisch het limbisch systeem en het autonoom zenuwstelsel. Dezelfde reacties treden van nature op wanneer we bij het oversteken van de straat het getoeter van een auto horen.
Audiologisch onderzoek
Tijdens het audiologisch onderzoek worden de gehoordrempel en het oncomfortabel niveau bepaald.
Aan de hand van het tonaal audiogram meten we de meest stille geluiden die je kunt horen. Je krijgt via een hoofdtelefoon geluiden te horen afkomstig van een nauwkeurig afgestemd instrument. Telkens als je een geluid hoort (hoe stil ook), moet je reageren (door bijvoorbeeld op een knopje te drukken). Op die manier bepalen we je gehoordrempel. We zoeken dus welke geluidssterkte je nog net kunt horen.
Een even belangrijke test is het bepalen van het oncomfortabel geluidsniveau. Dat is het niveau waarop de harde geluiden onaangenaam worden alvorens ze pijn beginnen te doen aan de oren. Bij mensen die bang zijn voor sterke geluiden, gebeurt deze test heel voorzichtig en met duidelijke instructies. Onthoud goed dat geen enkel geluid afkomstig van het testinstrument schade aan het oor kan toebrengen, zelfs niet bij geluidsgevoelige mensen. Bij de behandeling van hyperacusis is het bepalen van het oncomfortabel niveau van wezenlijk belang. Ook bij andere mensen die een hoortoestel nodig hebben, wordt dat niveau bepaald.
Behandeling van hyperacusis
Hyperacusis met gehoorverlies
Wie lijdt aan hyperacusis gecombineerd met gehoorverlies heeft nood aan een hoortoestel. We moeten er wel voor zorgen dat sterke geluiden niet te veel worden versterkt. Meestal maken we gebruik van digitale hoortoestellen met een automatische volumeregeling, ingesteld via de computer. Op die manier voorkomen we dat geluiden te veel worden versterkt, met pijn aan de oren tot gevolg. Een modernere methode is de niet-lineaire versterking: de geluiden worden niet allemaal in dezelfde mate versterkt. Een tip: Probeer verschillende hoortoestellen en maak voor jezelf uit welk toestel het meest geschikt is.
Het vermijden van stilte
Veel mensen zoeken stilte op om te ontsnappen aan de alledaagse stress. Volledige stilte komt echter niet voor in de natuur. Eigenlijk is het iets onbestaands, totaal onnatuurlijk. Beeld je maar eens in hoe het is om in een vogelnest te leven. Alles behalve volledig stil! Toch zoeken we stilte. We wonen bijvoorbeeld in huizen met dubbelglas, die ons geluidsmatig vaak volledig van de buitenwereld afsluiten. Door de afwezigheid van omgevingsgeluid wordt ons gehoorsysteem gevoeliger in een poging om toch enig geluid waar te nemen. Om die reden worden geluiden van buitenaf luider en als storend ervaren. Mensen met langdurige slaapstoornissen dragen vaak oordoppen om bij het inslapen door geen enkel geluid te worden gestoord. Daardoor verhinderen ze nog meer het binnendringen van omgevingsgeluid, met als gevolg een nog gevoeliger gehoorsysteem. Sommige mensen met hyperacusis hebben een levenslange afkeer voor eender welk geluid. Er zijn zelfs mensen die zo bang zijn voor geluid dat ze speciale geluidsdichte kamers in hun huis laten bouwen, waar ze hun tijd grotendeels doorbrengen.
Toegegeven, als hyperacusis optreedt, is de verleiding groot om oordoppen te dragen om alle ongewenste geluiden buiten te houden. Maar dat maakt het alleen maar erger! Het gehoorsysteem wordt alsmaar gevoeliger in een poging om toch enig geluid waar te nemen. Wat je wel nog hoort, wordt versterkt door het gehoorsysteem zodat het luider wordt waargenomen. Zoals eerder vermeld, is het gehoorsysteem, samen met andere delen in de hersenen, in staat om bepaalde geluiden te versterken en andere te onderdrukken. De sterkte van een geluid is ook afhankelijk van het achtergrondlawaai. Is er geen achtergrondlawaai, dan klinkt ieder geluid heel luid. Om het contrast tussen het achtergrondlawaai en het geluid te verminderen, is het van essentieel belang om geluidsverrijking te gebruiken. Je kunt stille ruimtes bijvoorbeeld verrijken met aangename natuurgeluiden, 24 uur per dag. Meer info over geluidsverrijking vind je in de tekst: ‘De omgeving verrijken met geluid’.
De eerste stap in de behandeling van hyperacusis is inzien dat oordoppen niet helpen. Het heeft geen zin je te beschermen tegen normale niveaus van omgevingsgeluid, aangezien die geen schade kunnen toebrengen aan het oor. Oordoppen zijn alleen zinvol als oorbescherming, bijvoorbeeld als je in een fabriek werkt waar machines te veel lawaai maken. In dat verband is niet alleen de sterkte van het geluid van belang, maar ook de duur van de blootstelling aan het lawaai. Aan de hand van nauwkeurige berekeningen wordt bepaald wie daadwerkelijk kans heeft op oorbeschadiging. Toch is het vaak moeilijk te accepteren dat geluiden die onaangenaam zijn (of zelfs pijn doen), onschadelijk zijn voor het oor. Mensen met hyperacusis moeten echter tot deze inzichten komen, onder begeleiding van een deskundig getraind TRT-team.
Draagbare geluidsgeneratoren
Onderzoek in de jaren tachtig heeft aangetoond dat draagbare geluidsgeneratoren in veel gevallen helpen bij de behandeling van hyperacusis, vooral bij mensen met een (bijna) normaal gehoor. Draagbare geluidsgeneratoren moeten heel voorzichtig worden aangewend, startend op een laag volumeniveau. Daarna kan het niveau trapsgewijs toenemen. Belangrijk is dat het proces van minder gevoelig worden voor geluid wordt begeleid door een audioloog, getraind in het geven van TRT. Door geluidsgeneratoren te dragen, wordt het gehoorsysteem minder gevoelig. Geluiden die voorheen oncomfortabel en luid waren, worden minder luid waargenomen. Na enkele maanden is er een blijvende verbetering merkbaar. Via meting van het oncomfortabel geluidsniveau is de verbetering ook objectief vast te stellen. De draagbare geluidsgeneratoren zorgen voor een hoger oncomfortabel niveau. Geluiden die vroeger oncomfortabel waren, worden nu wel verdragen. In zware gevallen van hyperacusis is een geleidelijke overgang nodig van oordoppen naar het dragen van geluidsgeneratoren.
Het blijft altijd belangrijk nauwkeurig uit te leggen hoe het geluid in de hersenen wordt verwerkt. Je begrijpt beter wat er gebeurt en gelooft er ook in. Bovendien wordt duidelijk dat het probleem van hyperacusis te verhelpen is met de juiste therapie.
Behandeling van misofonie en fonofobie
Wie te kampen heeft met misofonie (afkeer van bepaalde geluiden) of fonofobie (angst voor geluid in het algemeen) moet gedragstherapie volgen. De onlogische negatieve reacties bij het horen van bepaalde geluiden moeten verdwijnen. Hiervoor moet je eerst inzien dat de afkeer of angst ongegrond is. Dit geldt trouwens voor alle fobieën (spinnen, kleine ruimtes, enz.). Bij misofonie en fonofobie gaat het om een irrationele angst voor normale omgevingsgeluiden. Je denkt dat de geluiden het oor zullen beschadigen, maar dit is niet zo. Hier moet het gehoorsysteem zowel bewust als onbewust worden getraind om aangepast en positief te leren reageren op geluiden. Belangrijk is eerst de redenen te zoeken achter de ontwikkeling van de overgevoeligheid en de angsten, of die laatste nu ingebeeld zijn of niet. Vaak zijn angsten ontstaan of versterkt via slechte therapie of onjuiste adviezen afkomstig van anderen.
Minder gevoelig worden voor geluid kan enige tijd in beslag nemen. Meestal duurt het zes maanden tot een jaar. Ervaring leert dat dit voor de meeste cliënten haalbaar is.